Vrolijke kluizenaars
Er wordt niet zo heel veel geschreven over vrouwen en Vrijmetselarij, dus het boek Women’s Agency and Rituals in Mixed and Female Masonic Orders (2008) (redactie Alexandra Heidle and Jan Snoek), was wel bekend. Het is alleen een Bril boek en die zijn altijd ontzettend duur. Bij de uitgever betaal je voor dit boek € 181,- en tweedehands vaak ook nog € 100,-. Het lijkt erop dat als je in het academische wereldje zit, je een goedkopere versie (€ 25,-) kunt bestellen via Brill.com/mybooks.
Hoe dan ook, ik heb een manier gevonden om het boek te lezen. Het is een verzameling teksten van verschillende auteurs. Er staan een aantal boeiende artikelen is. Over een aantal kun je de komende tijd iets lezen. Vandaag begint met de eerste tekst (na de inleiding door Jan Snoek), The relationships of androgynous secret orders with freemasonry. Documents on the Ordre des Hermites de Bonne Humeur in Sachsen-Gotha (1739-1758) door Bärbel Raschke.
De naam van de orde betekent ‘orde van de kluizenaars van goed humeur’, maar Raschke heeft als vertaling ‘order of the happy hermits’.
Zowel in de inleiding van Snoek tot het boek als die van Raschke tot zijn artikel kun je lezen hoe rond het begin van de hedendaagse Vrijmetselarij (1717) er allerlei club waren van verschillend slag, maar waarvan er veel alleen voor mannen waren. Als reactie hier op, ontstonden er ook vrouwen en gemengde clubs. De auteur noemt er een aantal: De Ordre des Egyptiens van mevrouw de Pré (1635), de Ordre des Allumettes mevrouw le d’Andelot (1642), de Ordre de l’Amaranthe van Christine van Zweden (1651), de Ordre de Sophipolis van prinses Sophie Charlotte (1700), de Ordre de la Mouche à Miel van de hertogin van Bourbon (1703) en de Societé des Chevaliers et Chevalières de la Bonne-Foi van mevrouw de Saliez (1704).
Soms waren dit vooral sociale ‘salon’ clubs waarin mannen en vrouwen samen kwamen om koffie te drinken en te discussiëren, maar dat was al behoorlijk vooruitstrevend. Het kwam echter ook voor dat er meer dan alleen een sociale factor was.
Het artikel gaat over een verbazingwekkend goed gedocumenteerd geval. De goed gehumeurde kluizenaars werd in 1739 opgericht door princes Louise Dorothea van Saksen-Gotha en werd geleid door haar en haar man.
Louise was een belezen vrouw met een flinke bibliotheek die niet alleen filosofie omvatte, maar ook aardig wat lectuur over Vrijmetselarij. Ze kende ook verschillende mensen die betrokken waren bij de vroege, Duitse Vrijmetselarij en het lijkt erop dat zij er weinig problemen mee hadden om Louise verschillende dingen te vertellen. Door deze gesprekken en het lezen van boeken, wist Louise goed wat Vrijmetselarij inhield en moet ze ook geweten hebben van de discussies over het toelaten van vrouwen.
De Ordre des Hermites de Bonne Humeur leek in structuur op de vroege loges, ware het niet dat de zittingen werden voorgezeten door Louise en haar man. Andere officieren waren gelijkaardig aan die in de loge. De uitgebreide statuten die beschikbaar zijn van de orde stellen dat alle leden gelijkwaardig zijn en er werd naar gestreefd om de man/vrouw-verhouding gelijk te houden. De officiersfuncties werden steeds door andere mensen vervuld.
Dat het niet zomaar een sociale club was, blijkt uit het feit dat nieuwe leden werden ingewijd door middel van rituelen waarvan isolatie, reizen en een catechismus onderdeel uit maakten. De inwijdingen lijken niet heel lang geduurd te hebben en de sociale nazit was zeker zo belangrijk. Er waren verschillende ruimtes voor de rituele bijeenkomsten, thee en koffie, spelletjes en discussies. Ook waren er tafel-loges waarbij werd getoast en gezongen.
Natuurlijk is het artikel veel uitgebreider, maar het voorgaande is een mooi voorbeeld van gemengde Vrijmetselarij-achtige groepen die actief waren in de tijd dat de eerste Grootloge van London werd opgericht.