Annie Besant en Vrijmetselarij
Annie Besant is natuurlijk een bekende naam binnen de gemengde Vrijmetselarij. Ze wordt dan ook regelmatig behandeld in artikelen en boeken. Andrew Prescott heeft echter een erg uitgebreide biografie geschreven waar op zich nog wel wat aardige wetenswaardigheden in staan.
Besant werd geboren uit niet al te rijke ouders, maar een “wealthy spinster” zorgde er voor dat ze toch naar school kon. In jaar jonge jaren was Besant een devoot meisje. Ze ontwikkelde zich tot een zelfstandige jonge dame, maar toen ze trouwde werd ze al snel in de typische vrouwenrol uit die tijd geduwd. Dat beviel haar minder en dat liet ze weten ook. Tot overmaat van ramp verloor ze haar dochter zo ook haar geloof. Dit kon haar man weer niet waarderen, dus Besant verliet hem.
Daarna leerde Besant Charles Bradlaugh kennen, een vroege vrijdenker. Besant besloot dat ze atheïst was. Ze ging schrijven voor Bradlaugh’s tijdschrift National Reformer en ze bleek ook een begaafd spreker te zijn. Bradlaugh en Besant richtten samen een uitgeverij op. Dat leverde een rechtszaak op waarbij Besant zichzelf verdedigde.
In tegenstelling tot Bradlaugh begon Besant meer socialistische ideeën te ontwikkelen en zo raakte ze betrokken bij de vrouwenrechten beweging. Socialisten vond ze dan weer te materialistisch en zo leerde ze De Geheime Leer van Helena Blavatsky kennen. Overdonderd door dit enorme werk zocht ze contact met Blavatsky en de twee ontmoetten elkaar snel. Al vrij snel werd Besant een belangrijke speler in de (Innerlijke Kring van de) Theosofische Vereniging. Ze verhuisde naar Adyar in India, waar het hoofdkantoor van de Theosofische Vereniging nog altijd gevestigd is, en begon zich te mengen in de beweging voor rechten van de Indische bevolking. India was in die tijd nog een Britse kolonie.
In Adyar begon Besant samen te werken met de controversiële Charles Leadbeater en samen zagen zij de nieuwe Messias in de jonge Jiddu Krishnamurti.
Nu komen we dan bij het onderwerp van de titel van het artikel van Prescott. Door haar contact met de gemengde Vrijmetselarij, startte Besant steeds meer ‘projecten’ waarbij ceremoniën een rol speelden. Zo ontstond er een organisatie rond Krishnamurti The Order of the Star in the East, hielp ze bij Liberal Catholic Church en richtte ze talloze loges op voor Le Droit Humain.
Bovendien leerde Besant mensen kennen als Charles Wedgwood (die samen met Leadbeater (die hij in 1915 inwijdde) ritualen schreef voor Le Droit Humain). Leadbeater zorgde voor steeds meer spirituele invloeden. Zo had hij contact met “The Head of All True Freemasons” en “the Master of the Seventh Ray, the Count of Saint Germain alias Prince Ragoczy”. Besant vond het allemaal prachtig.
Het ging niet helemaal goed tussen Besant en Leadbeater. Een foute inschatting bij haar politieke activiteiten in India (waar Leadbeater sowieso al op tegen was) bracht haar in India in de problemen en ‘de kwestie Krishnamurti’ stelde de vriendschap zwaar op de proef. Leadbeater, geleid door zijn meerderen, bleef proberen om de gemengde Vrijmetselarij verder te ontwikkelen.
In dezelfde tijd speelde de opkomst van de beweging voor de rechten van de vrouw. Besant verscheen, met een aantal broeders en zusters, in al haar regalia bij de eerste steen legging van een gebouw van de Theosofische Vereniging in Bloomsbury. Dit was voor veel mensen de eerste keer dat ze een vrouwelijke Vrijmetselaar zagen. Zoals we zagen had Besant meer sterke standpunten die ook regelmatig leken te veranderen. Sommige van haar standpunten en activiteiten lijken met elkaar in strijd. Bovendien is het moeilijk voor te stellen hoe Besant zo veel tijd tegelijk kon steken in de Theosofische Vereniging, Le Droit Humain, politiek en allerlei andere organisaties en initiatieven die zij ondersteunde.
Prescott suggereert dat Vrijmetselarij zo’n beetje het metselwerk was van Besant’s leven. Sommige Theosofen dachten dat het een bij-project was, maar toen haar positie door haar politieke problemen lastig was, heeft Besant aangegeven dat ze zonder de Vrijmetselarij invalide zou zijn. Besant streed voor een wereldwijde broederschap en gemengde Vrijmetselarij was de beste manier om dat te realiseren. Alle andere ‘projecten’ hielpen daar bij.
Dat ze haar stempel zwaar drukte op de gemengde Vrijmetselarij mag duidelijk zijn. Aanvankelijk was Besant kritisch op de Vrijmetselarij. Het zou kunnen dat de ervaringen van Bradlaugh daar iets mee te maken hadden. Vrijmetselarij zou vooral een goede doelen organisatie zijn waarbij de banketten het belangrijkst waren. Besant zelf beweerde dat ze in 1895 al gevraagd werd zich aan te sluiten bij een loge van Le Droit Humain maar dat weigerde om deze redenen. In 1902 zou ze alsnog worden ingewijd en wel in de allereerste loge van Le Droit Humain. Al snel richtte ze een loge op in Engeland, de loge Human Duty no. 6. Daarbij dwong ze wel af dat dit geen “seculiere” loge zou zijn zoals de loges van Le Droit Humain toen waren. Er zou een “Opperbouwmeester des Heelals” zijn en Besant zou zelf wel zorgen voor geschikte ritualen. Het ging hard. Besant zorgde voor de oprichting van tientallen loges die allemaal gingen werken op ‘haar manier’. Leadbeater en Wedgwood zouden laten de ritualen herzien.
Onder Besant’s leiding vertoonde Le Droit Humain wel scheurtjes. Mensen die vonden dat er een te grote invloed van de Theosofie was, scheidden zich af in 1908 om de Honourable Fraternity of Antient Masonry op te richten. Later zou er nog een splitsing plaats vinden en werd de Order of Ancient and Accepted Masonry opgericht.
Aan de andere kant botste Besant ook met het Supreme Council in Parijs, maar dat heeft niet geleid tot een afsplitsing van de Britse federatie.
De veelzijdige Besant heeft binnen de gemengde Vrijmetselarij gezorgd voor ongekende groei en verschillende splitsingen. Toch had ze -zoals we zagen- ondertussen nog tijd voor (even tijdrovende?) andere initiatieven.