Algemeene Gemeenschappelijke Vrijmetselarij
In 1904 publiceerde H.J. van Ginkel een brochure met de titel: Inlichtingen omtrent de algemeene gemeenschappelijke vrijmetselarij. In 1911 stond hij mee aan de wieg van het tijdschrift De Swastika die als ondertitel had: “Officieus orgaan der Algemeene Gemeenschappelijke vrijmetselarij in Nederland”.
“Algemeene gemeenschappelijke vrijmetselarij”, waar zou die term vandaan komen?
Als je zoekt op de term, komen er niet veel resultaten. Er blijkt een “Algemeene Gemeenschappelijke Vrijmetselarij in Nederlandsch – Indië” te zijn geweest en in de biografieën van een paar mensen staat dat zij lid waren van de “algemeene gemeenschappelijke vrijmetselarij”. Het lijkt dan ook een algemene term in de Nederlandse taal te zijn geweest.
Het boekje van Van Ginkel is uit hetzelfde jaar als de eerste gemengde loge in Nederland werd gesticht. Er was toen nog geen federatie. Het boekje heeft een nog veel langere titel. De rest luidt: “onder het bestuur van den suprême conseil universel mixte puissance maçonnique génératrice et régulatrice pour l’univers entier”. Het Franse deel is aardig pompeus. De hoge raad heeft Maçonnieke bevoegdheid over het hele universum. Zou Van Ginkel de combinatie “maçonnique génératrice” en “universel” hebben vertaald naar “algemeene gemeenschappelijke?
Er is een andere optie. Annie Besant heeft in de beginjaren de meeste loges buiten Frankrijk gesticht, zo ook de eerste loge in Nederland. Besant gebruikte de term “Joint Masonry”. Dit zou ook vertaald kunnen worden met “gezamenlijk”.
Nu is het uiteraard zo dat Van Ginkel lid was van die eerste gemengde loge, daarvoor werd ingewijd, bevorderd en verheven door Besant en dat Georges en Marie Martin de loge Cazotte hebben geïnstalleerd. Van Ginkel moet dus op de hoogte zijn geweest van zowel de Franse als de Engelse benaming.
Maar tot wanneer werd de term “algemeene gemeenschappelijke Vrijmetselarij” gebruikt?
Die vraag is niet zo makkelijk te beantwoorden. Zoals gezegd wordt de term niet veel gevonden. De term “gemengde Vrijmetselarij” is er opeens. Er zijn volgens mij drie mogelijke gebeurtenissen, al dan niet in combinatie, die de term “gemengde Vrijmetselarij” in zwang brachten.
Toen Le Droit Humain zich uitbreidde naar Amerika, raakte Besant in discussie met Antoine Muzarelli over de te gebruiken term. Muzarelli vond “Joint Masonry” namelijk niet geschikt en wist Besant er van te overtuigen dat het beter was zijn term “Co-Masonry” te gebruiken. De twee letters zouden altijd nog “gemeenschappelijk” kunnen betekenen. Meer over deze discussie hier (in het Engels).
Volgens Wikipedia heeft: “[d]e Nederlandse afdeling […] in 1919 de status van federatie gekregen.” (Daar voor was het een “jurisdictie”.) Van Ginkel was toen Grootmeester. Dit is uiteraard een goed moment om na te denken over de naam. Misschien is aangesloten bij de toen gangbare benaming, want …
… op enig moment is de Franse / internationale organisatie de naam “Ordre maçonnique mixte international «le Droit Humain» gaan gebruiken. Het is nog niet bekend wanneer.
Wat wel apart is, is dat Van Ginkel in het genoemde boekje (dat dezelfde tekst heeft in vier talen), wel al de termen “Co-Masonry”, “Maçonnerie mixte” en “gemischte Freimaurerei” gebruikt en als Nederlandse term “algemeene gemeenschappelijke vrijmetselarij” heeft gekozen.
Hoe dan ook, “gemeenschappelijk” klinkt ook best goed…!
Overigens, als je naar het artikel over Van Ginkel gaat, staat in de bibliografie een link naar een PDF van het bedoelde boekje.