Anne Kerdijk
Zoals vaker vermeld op deze website, waren er een aantal interessante personen betrokken bij de begindagen van de gemengde Vrijmetselarij. Deze keer wordt Anne Kerdijk (1882-1944) onder de loep gelegd.
Kerdijk was een van de vroege leden van de Nederlandse federatie van Le Droit Humain, maar niet vanaf het allereerste begin. Ze is ingewijd in 1908 en in tegenstelling tot veel andere vroege leden, heeft ze de graden langzaam doorlopen. Haar bevordering was in 1909 en haar verheffing in 1910. Kerdijk wordt vermeld in de stukken rond het oprichten van de Nederlandse federatie in 1918.
Samen met H.J. van Ginkel was Kerdijk redacteur van het tijdschrift Swastika dat verscheen tussen 1911 en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast was ze redacteur van het officiële bulletin van de Nederlandse federatie van Le Droit Humain. Ze vertaalde ook teksten, zoals het boek De Godsdienst der Vrijmetselarij van Charles Fort dat werd uitgegeven door de uitgeverij van Van Ginkel en Duwaer. Bovendien was Kerdijk getrouwd met Stefan Schlesinger aan wie eerder een tekst is gewijd. In dat artikel staat al wat informatie over Kerdijk.
Op 27 februari 1924 trouwde de Joodse Schlesinger in Wenen met de Nederlandse Anna (Be) Kerdijk (1882-1944). Volgens Wikipedia was Kerdijk half-Joods, andere bronnen zeggen dat ze niet Joods was. Vanwege het groeiende antisemitisme in Wenen, vertrok het echtpaar een jaar na hun huwelijk naar Nederland waar Schlesinger grafisch werk leverde voor oude en nieuwe klanten.
Kerdijk komt ter sprake in het boek Broeders en Zusters van Ank Engel. Hierin komt onder andere ter sprake dat, ondanks dat haar man de kaft van een boek en het Maçonnieke ex-libris van Franz Farwerck had ontworpen, Kerdijk heeft gevraagd om het ontslag van Groot Commandeur Farwerck. Later zou Farwerck Le Droit Humain verruilen voor de NSB.
Een op zich aardige suggestie is dat Kerdijk haar man heeft leren kennen omdat er vanuit de Nederlandse federatie een loge werd opgericht in Wenen in 1922. Omdat Farwerck ziek was, ging Kerdijk die kant op. Stephan Schlesinger was betrokken bij de oprichting van die loge. Toen de twee zijn getrouwd, is Kerdijk verhuisd naar Wenen van waaruit ze ook betrokken was bij de oprichting van andere loges, bijvoorbeeld in Praag.
Omdat Kerdijk als niet-Joodse toch is gestorven in Auschwitz omdat ze haar Joodse man bleef steunen tot het eind, is over haar net iets meer informatie te vinden dan over sommige andere mensen in de vroege gemengde Vrijmetselarij. Zo is er van haar een dagboekje gevonden dat deels online te lezen is op de website van het Joods Historisch Museum. Bij dat dagboekje staat ook wat informatie over Kerdijk.
Anne werd geboren in Amsterdam. Ze had twee zussen en een broer. Anne was de jongste van de vier. Haar interesse in mystiek en esoterie had ze niet van een vreemde. Volgens het Joods Historisch Museum logeerde in 1921 Inayat Khan kort bij de familie. In datzelfde jaar zou Anne een boekje van hem vertalen (uit het Engels) met de titel Inleiding tot het Soefisme. Ik vermoed dat dit gaat om de bekende Hazrat Inayat Khan (1882-1927) van het Universele Soefisme. Ze is dan ondertussen wel al bijna 40 jaar, maar het geeft wel aan dat er meer interesse was in minder gebruikelijk gedachtegoed in haar familie.
Een andere versie van dit verhaal is hier te lezen. Ene Saïda van Tuyll (Van Tuyll is ook zo’n naam die vaker voorkomt in de geschiedenis van de gemengde Vrijmetselarij, maar Saïda heette eigenlijk Henriette (Willebeek) le Mair) vertelt hoe zij de eerste keer Inayat Khan ontmoette. Kerdijk had haar ouders gebeld met de vraag of de familie Van Tuyl Inayat Khan onderdak konden geven. Kerdijk wist verder niks van Khan, maar de vraag was gekomen uit Zwitserland waar Khan lezingen hadden gegeven en waar de familie Kerdijk blijkbaar contacten had. De familie Van Tuyll was net terug van een reis van zeven maanden door Marokko en waren verheugd te horen dat ze plotseling een echte Soefi in huis hadden.
Ook Kerdijk moet onder de indruk zijn geweest van de man, want, zoals gezegd, vertaalde ze een boek van Khan. In de Engelse versie van dit boek (zie hier als PDF) wordt zelfs gesproken van “A. Kafia Kerdijk an early Mureed”. Dat zou dus betekenen dat Kerdijk ook lid werd van de Soefi beweging van Inayat Khan. Khan schrijft dan ook in zijn autobiografie (hier te lezen) dat Kerdijk “joined for a while”. Overigens staan in dat deel in de autobiografie meer bekende namen, “de Heer en Mevrouw van Ginkel”, “de Heer Farwerck”, “de Heer en Mevrouw van Meerwijk”.
Verder vermeldt het Joods Historisch Museum dat Kerdijk geïnteresseerd was in de Bah’ai beweging. Diezelfde summiere informatie wordt op verschillende plekken herhaald.
Kerdijk had een broer, Frits, die een uitgeverij had waar zij als secretaresse werkte volgens Wikipedia. Het lijkt er op dat in die tijd allerlei esoterische groeperingen en mensen met dergelijke interesses een soort van netwerkje vormden van uitgeverijtjes en organisaties. Inayat Khan schrijft dat het vaak Theosofen waren die zijn lezingen verzorgen, die Theosofen waren weer regelmatig betrokken bij de gemengde Vrijmetselarij en vaak kom je dus dezelfde namen tegen.
Nu we het dan toch over uitgevers hebben, Kerdijk was een van de eerste leden van de loge Christiaan Rosencreutz die werd opgericht in 1911 onder het voorzitterschap van H.J. Ginkel. Volgens Engel waren alle leden ingewijd bij de eerste gemengde loge Cazotte. Andere eerste leden die Engel noemt zijn: mevrouw Glasbergen-Franken, de heer Duwaer, mevrouw Van Ginkel en mevrouw van Blommensteyn-van Haeckeren.
Engel schrijft verder dat Kerdijk de drie Rozenkruisersmanifesten vertaalde en dat deze werden uitgegeven door de uitgeverij van Van Ginkel en Duwaer. Ook heeft ze A.E. Waite’s The Real History Of The Rosicrucians vertaald naar het Nederlands.
Over Kerdijk’s Maçonnieke carrière is niet zo heel veel te vinden. Haar inwijding, bevordering en verheffingsdata noemde ik al in de inleiding. In 1918 was ze Groot Secretaris en in 1919 had ze de 30º. Ze vertegenwoordigde de Nederlandse federatie op het eerste internationale convent in 1920 in Parijs.Ze was redactielid van de Swastika en het Bulletin. Onenigheid over de Swastika maakte dat zij en Van Ginkel hun moederloge Cazotte verlieten. Ze is Voorzittend Meester geweest van de loge Georges Martin III. Ook lijken zij en haar man betrokken te zijn geweest bij de kortlevende loge Ars Regia (1927-1934) waar zij in 1927 Aalmoezenier was en haar man Voorzittend Meester.
En zo lopen we toch weer vast. Na kort achter elkaar een paar bronnen van informatie te hebben gevonden, lukt het niet om genoeg informatie te vinden om een beetje een beeld te geven van deze veelzijdige vrouw. Interesse in mystiek heeft Anne Kerdijk waarschijnlijk van haar ouders die weer in een ‘netwerk’ zaten van reislustige en nieuwsgierige mensen. Ze was al vroeg betrokken bij de gemengde Vrijmetselarij en later ook nog bij het Universele Soefisme en waarschijnlijk nog wat andere groeperingen en stromingen. Ze vertaalde boeken, was redacteur, bekend met verschillende uitgevers en zo principieel dat ze haar Joodse man volgde naar een vernietigingskamp.
Daar houdt het (voor nu) toch wel zo’n beetje op…
In het Gedenkboek ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de internationale orde der gemengde Vrijmetselarij “Le Droit Humain” uit 1949 staat een foto van 1920 van het eerste Internationale Convent” waarop onder andere Kerdijk te zien is: