(Gemengde) Vrijmetselarij in Eindhoven, vervolg

In april 2025 werd op Marktplaats een boek te koop aangeboden met de titel Eindhoven, een samenleving in verandering. Het is in twee delen uitgegeven in 1982 en is van de hand van J.M.P. van Oorschot. De inhoudsopgave vermeldt “Vrijmetselarij”, dus ik was benieuwd wat hierover geschreven zou zijn.

Van de 1000 pagina’s die het werk telt, zijn er welgeteld anderhalf gewijd aan Vrijmetselarij. Er staan geen grote verassingen in, maar gemengde Vrijmetselarij wordt wel genoemd.

De geschiedenis die wordt geschetst, lijkt op de geschiedenis die ooit te lezen was op de website van de mannen loge Licht en Vrijheid die ik citeer in mijn in 2016 geschreven tekst Eindhoven, stad van gemengde Vrijmetselarij.

In 1791 werd in Breda de loge “Vrij Geweeten” opgericht. Omdat je in Eindhoven als Katholiek geen Vrijmetselaar kon worden, lieten mensen zich inwijden in Breda.

Kort daarna komen enkele leden van de Bossche loge ‘Edelmoedigheid’ in Eindhoven wonen en zoeken aansluiting bij Bredase leden. Om de wekelijkse reis van en naar Breda en ‘s-Hertogenbosch te vermijden, richtten zij op 29 mei 1918 een vrijmetselaarskring in Eindhoven op. Interessant om te weten dat bij de Bredase inschrijvingen van Eindhovenaren (1877, 1878, 1879, 1898) de zoon van predikant/textielfabrikant E.J.F. van Dissel behoort. In 1917, dus kort voor de stichting van de eigen kring, blijken er in de stad 17 vrijmetselaars te wonen.

Vervolgens wordt beschreven hoe de kring een “terrein” aankoopt aan de Potgieterstraat en dat: “Een architect-lid een ontwerp” tekent en dat in november 1931 het pand in gebruik wordt genomen.

Aanvankelijk waren de leden van de kring “bijna allen allochtoon”. In de jaren 1930 zouden “van de 27 leden er 16 employé van de N.V. Philips” zijn geweest.

Tot slot, tegen het einde van het korte stukje over Vrijmetselarij wordt geschreven:

Ook de vrouwen stichten een gemengde loge. In 1929 wordt ‘Lux Veritatis’ opgericht, die overigens door de mannelijke collega’s niet wordt erkend.

Een bijzondere opmerking is de volgende:

We weten echter dat in 1898 al een vrouw uit Eindhoven lid was van de gemende loge in het Noordhollandse Huize.

Even wat reacties op basis van informatie die ik eerder vond.

De oude versie van de loge Licht en Vrijheid, inclusief de geschiedenis waaruit ik citeerde is te vinden op web.archive.org (1). Die geschiedenis komt grotendeels overeen met de geschiedenis geschetst door Van Oorschot, maar er zijn een paar dingen die me opvallen.

Van Oorschot stelt dat er in 1918 een “vrijmetselaarskring” werd opgericht in Eindhoven door 17 in Eindhoven wonende Vrijmetselaren. Hij vermeldt niet wanneer dit een loge werd. De oude website van Licht en Vrijheid stelt:

Omstreeks 1917 toen er in Eindhoven een tiental vrijmetselaren woonden bezocht slechts één van hen regelmatig de bijeenkomsten in den Bosch. De overigen waren allen min of meer vervreemd van het logewerk en hadden nauwelijks onderling contact. Het zou onredelijk zijn deze vrijmetselaren daarvan een verwijt te maken. De plaatselijke toestanden waren voor het verrichten van vrijmetselaarsarbeid niet gunstig.

De kring zelf werd volgens beide bronnen opgericht in 1918. Hoewel men enthousiast begon, daalde dat enthousiasme na een jaar al weer werd en werd de kring: “niet ontbonden, de werkzaamheden werden slechts opgeschort”.

Rond 1930 begon met Philips Eindhoven snel te groeien. Er bleken twee los van elkaar bestaande groepen Vrijmetselaren te zijn en in 1931 werd dan dus toch een echte loge opgericht.

De oude versie van de website van Licht en Vrijheid stelt over de Eindhovenaren die zich in Breda lieten inwijden: “De zoon van deze linnenfabrikant toonde- volwassen geworden – belangstelling voor de Vrijmetselarij, maar voelde meer voor het gezamenlijk werken met zijn vrouw.”

Oftewel: senior liet zich inwijden in Breda, zoonlief had ook interesse maar zijn vrouw ook. Van Oorschot lijkt erop te duiden dat zowel senior als junior zich in Breda lieten inwijden, maar verzuimt te zeggen dat junior meer interesse had in gemengde Vrijmetselarij. Op zich is dit toch een interessant verhaal.

Daarom liet hij zich samen met haar inwijden in de loge “Serapis”, die in Huizen werkt onder ju­risdictie van de gemengde Vrijmetselarij “Le Droit Humain”.

Beiden werden bijzonder geestdriftige vrijmetselaren en in hun enthousiasme vonden zij de moed om in het overwegend Rooms-katholieke Eindhoven de gemengde loge “Lux Veritatis” op te richten. (1)

Het lijkt er dus op dat junior een stuk voortvarender te werk ging dan senior, want in 1929 is Lux Veritatis opgericht, terwijl senior in 1918 een “kring” had die pas in 1931 tot een loge zou worden omgevormd. Junior heeft dus flink doorgepakt en meer enthousiasme getoond dan senior, want die had aanvankelijk slechts een jaar activiteit, terwijl Lux Veritatis heeft bestaan van 1929 tot 2009.

Dan nog de vreemde opmerking van Van Oorschot: “We weten echter dat in 1898 al een vrouw uit Eindhoven lid was van de gemende loge in het Noordhollandse Huize.”

Ik ben benieuwd naar de bron van deze stellige stelling. Van Dissel junior en zijn vrouw werden inderdaad ingewijd bij Serapis in Huizen, maar de eerste Nederlandse gemengde loge werd pas opgericht in 1904 en Serapis in 1925 (charter verkregen in 1927). Dit klinkt een beetje als een ‘klok en klepel’ opmerking.

Hoe dan ook, het is aardig om te zien dat gemengde Vrijmetselarij wordt vermeld in een algemene geschiedenis van de stad Eindhoven. De ‘nieuwe’ informatie levert niet echt nieuwe inzichten op, maar de conclusie blijft dat Eindhoven eerder een formeel gevormde gemengde loge had, dan mannen-loges.


(1) https://web.archive.org/web/20140617143058/http://lichtenvrijheid.nl/loge-licht-en-vrijheid/geschiedenis/ (geraadpleegd 2/5/2025)

Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *